Weidelijkheid: De ethiek van de jager

Jagers kennen wetten en weidelijkheidsregels. Wetten staan vermeld in het wetboek (De nieuwe natuurwet van 2017) en de weidelijkheidsregels zijn de ethische omgangsvormen die wij onderling afgesproken hebben als gedragsnorm om respectvol met dieren om te gaan.

Regels voor jagers
Beheer van het jachtveld
De jager:
  • beschermt de fauna en flora in het jachtveld tegen onredelijke en/of onrechtmatige aantasting;
  • helpt het dier in barre omstandigheden;
  • jaagt met inachtneming van de bepalingen van fauna- en wildbeheerplannen;
  • onderhoudt regelmatig contacten met grondgebruikers en andere betrokkenen en tracht belangrijke schade door dieren te voorkomen;
  • houdt zijn kennis op het gebied van natuur, fauna, beheer en jacht op peil.
Houding ten opzichte van dieren
De jager:
  • zal alle middelen aanwenden om dieren niet onnodig te laten lijden;
  • besteedt alle moeite en zorg aan het binnenbrengen van beschoten dieren en moet daartoe kunnen beschikken over een jachthond;
  • verzorgt de dode dieren zodanig, dat er een optimaal gebruik van kan worden gemaakt.
Zelfbeheersing
De jager:
  • beoefent de jacht – in de ruimste zin van het woord – binnen de eisen van goedfauna- en wildbeheer.
  • schiet alleen als:
    • het dier voldoende kan aanspreken en kan binnen krijgen;
    • het dier zich voor hem dodelijk trefbaar vertoont en het dier zich niet gunstiger presenteert voor een andere jager.
Veiligheid met het wapen
De jager:
  • opent en ontlaadt zijn wapen wanneer hij niet schietklaar hoeft te zijn;
  • passeert een hindernis alleen met een geopend en ongeladen wapen;
  • hanteert zijn wapen zodanig, dat het nooit op een mens is gericht;
  • neemt bij het schieten steeds een ruime veiligheidsgrens in acht;
  • zorgt ervoor voldoende vaardig te blijven in het gebruik van zijn wapen.
Houding tegenover derden
De jager:
  • heeft respect voor de rechten en eigendommen van derden;
  • bevordert door zijn gedrag in het veld een positief beeld van de jacht;
  • gedraagt zich collegiaal tegenover andere jagers;
  • volgt stipt de aanwijzingen op van de jagermeester, de jachtopzichter of diens helpers.
Houding ten opzichte van de samenleving
De jager:
  • is bereid actief mee te werken aan het geven van voorlichting over het jachtbedrijf;
  • doet constructief mee in maatschappelijke discussies over natuurbeheer en dewetgeving daarover;
  • werkt waar mogelijk samen met andere natuurbeheerders;
  • onderwerpt zich aan het tuchtrecht;